maandag 26 mei 2014

Herdenking Marieke

Op 28 mei herdenk ik samen met vrienden en familie Marieke, de kleuter die overleed toen ik in het zesde leerjaar zat. Ik vond het zo een mooi gedichtje dat ik het nog graag op mijn blog wou zetten. 
Op deze dag denk ik heel speciaal aan haar. Acht jaar geleden verliet ze ons... maar ze liet heel veel mooie herinneringen achter en die houden we samen levend!

Stem ROOD, ORANJE, GEEL, GROEN, BLAUW…
Stem IK HOU ZO VAN JOU…
Stem een wens voor MARIEKE
Kom en laat je gedachten aan en voor haar op
Het luchtruim in richting zon
Met een gekleurde ballon
Op 28 mei 2014

zondag 25 mei 2014

STAP 7: Logboek RZL

Datum
SBU
Korte omschrijving activiteit
21/2/2014
2u30 
Sessie in het DLO: introductie van het vak en uitleg van de taak
22/2/2013
1u
Onderwerp en link met onderwijs en religie doormailen naar mevrouw Mazarese en blog aanmaken
22/2/2014
2u
Boek “Kinderen helpen bij verlies” lezen en belangrijke zaken aanduiden
24/2/2014
2u
Opzoekingen doen in de bibliotheek van het DLO: artikels en boeken gevonden of gekopieërd
28/2/2014
1u30
Verdere opzoekingswerken in de bibliotheek van het DLO: artikels en boeken gevonden of gekopieërd
3/3/2014
1u
Welkom-bericht en motivatie voor onderwerp in Word-document schrijven
7/3/2014
2u
Start-artikel lezen en samenvatten, voorlopig standpunt en voorlopige leervragen schrijven in een Word-document
14/3/2014
1u30
Welkom-bericht, motivatie voor odnerwerp, korte inhoud startartikel, voorlopige standpunt en voorlopge leervragen nalezen
16/3/2014
2u
Welkom-bericht op blog zetten + verder nalezen en aanpassen
21/3/2014
1u
Motivatie van onderwerp, korte inhoud startartikel, voorlopig standpunt en voorlopige leervragen op de blog zetten
22/3/2014
4u
Artikels ‘Over mist, wolken en wat er gebeurd als je doodgaat’, ‘Kleuters en ideeën over dood’ en ‘Een kleuter overlijdt plots en is niet meer in onze klas’ gelezen en samengevat (belangrijke informatie eruit halen)
 23/3/2014
 2u 
 Artikel 'Kinderen en hoe omgaan met de dood' gelezen en samengevat (belangrijke informatie eruit halen)
 26/3/2014
 2u 
 Boek "Kinderen helpen bij verlies" lezen en belangrijke zaken aanduiden 
 28/3/2014
 2u 
 Boek "Kinderen helpen bij verlies" lezen en belangrijke zaken aanduiden 
 30/3/2014
 2u
 Boek "Veelkleurig verdriet: afscheid nemen in verschillende culturen" lezen en belangrijkste zaken eruit halen
 3/4/2014
 1u30
 Boek "Veelkleurig verdriet: afscheid nemen in verschillende culturen" lezen en belangrijkste zaken eruit halen 
 9/4/2014
  3u 
Artikel "Rouw en verlies: het kind moet voelen dat het tegenover iemand staat die ook weet wat pijn en verdriet is" lezen en samenvatten (belangrijke informatie eruit halen) + extra opzoekingen over Claire Vanden Abbeele zoeken, lezen en belangrijkste eruit halen 
 10/4/2014
 3u
 Boek "Veelkleurig verdriet: afscheid nemen in verschillende culturen" verder lezen, belangrijkste zaken eruit halen en op blog posten 
 13/4/2014
 2u30
 Website van de KULeuven (Thomas) lezen en belangrijke zaken eruit halen (ik heb hier vooral ingezoomd op het rouwmodel van Dhr. Worden) en belangrijke zaken op blog posten 
 20/4/2014
 2u30
 Boek "Kinderen helpen bij verlies" verder lezen en samenvatten (belangrijke informatie eruit halen) en op blog posten 
 25/4/2014
 1u
 Interview opstellen en afspraak maken met contactpersoon
 30/4/2014
 1u30
 Interview met ouder van een kleuter die klasgenootje verloor 
 2/5/2014
 2u
 Interview uittypen in Word-document 
 4/5/2014
 1u
 Bronnen samenvoegen in bronnenlijst
10/5/2014
 2u
Antwoord formuleren op eerste onderzoeksvraag (in Word)
12/5/2014
 2u
Antwoord formuleren op tweede onderzoeksvraag (in Word)
14/5/2014
 2u
Antwoord formuleren op derde onderzoeksvraag (in Word)
18/5/2014
 2u
Lezersbrief schrijven aan de hand van alle informatie die ik te weten ben gekomen tijdens mijn onderzoek
25/5/2014
3u
Antwoorden op de onderzoeksvragen nalezen en posten op blog + lezersbrief nalezen en posten op blog

STAP 6: Lezersbrief Klasse

Beste lezers,

Ik ben Evelien Moldenaers, een studente van het tweede jaar bachelor kleuteronderwijs aan de KHLeuven. Voor het vak Relgie, Zingeving en Levensbeschouwing kreeg ik de opdracht om een onderzoek doen rond een thema dat een link heeft met onderwijs en religie. Ik koos voor het onderwerp 'dood en rouwen'. Dit onderwerp vind ik zelf een belangrijk thema in het onderwijs. Wanneer ik zelf in het zesde leerjaar zat, stierf er in onze school onverwachts een kleuter bij een ongeluk. Deze gebeurtenis heeft mijn leven sterk gekleurd. Ik ben sindsdien erg geïnteresseerd in hoe kleuters rouwen en hoe een school best kan omgaan met dergelijke ernstige gebeurtenis. Dit verklaart mijn keuze voor het thema 'kleuters en rouwen'.

Toen ik in de lagere school zat, ging ik tijdens de middag- en naschoolse opvang helpen. Ik kende de meeste kleuters goed. Marieke was één van deze kleuters. Ze was 4 jaar en ging tijdens het Pinksterweekend met haar papa naar de Ardennen. Ze kwam helaas nooit meer terug naar school. Ze overleed samen met haar papa in het auto-ongeval. De school ondernam heel wat initiatieven om het verdriet en de pijn van de kinderen en leerkrachten te verzachten. Er werden kringgesprekken gehouden, geknutseld, etc. Er werd daarnaast ook met de rouwkoffer gewerkt. Deze kocht de school toen aan.  Ik herinner me deze periode alsof het gisteren was. Het was een zeer zware tijd maar een periode waarin ik veel heb geleerd. Ik heb nog steeds contact met de mama van Marieke. Zij is voor mij een heel bijzonder iemand. Elk jaar herdenken we Marieke samen op haar verjaardag.


Voor mijn onderzoek leek het mij goed om eerst te onderzoeken hoe jonge kinderen rouwen. Jonge kinderen denken vaak heel concreet over de dood. Ze hebben het moeilijk met het definitieve karakter van de dood. Vaak denken ze dat de overleden persoon toch nog zal terugkomen. Dit heeft te maken met het beperkte tijdsbesef van jonge kinderen. Daarmee hangt samen dat kleuters de dood vaak als omkeerbaar zien. We zien deze gedachten terugkomen in hun spelletjes, waarin uitspraken als 'nu ben je terug levend' voorkomen. Kinderen hebben het ook moeilijk om te begrijpen dat levensfuncties ophouden, zoals bijvoorbeeld: eten, drinken, bad nemen, etc. Dit zijn voor kleuters momenten in de dag die hen veiligheid geven omdat ze telkens terugkomen. Doordat kinderen vaak nog niet alles begrijpen, zien we dat ze deze aspecten gaan opvullen met zaken uit hun eigen ideeën of fantasieën. Omdat kinderen nog geen verbanden kunnen leggen en hun magisch denken zulke sprongen toelaat, kunnen soms schuldgevoelens ontstaan.
We zien dat de manier waarop kinderen rouwen een weerspiegeling is van hun eigen ontwikkelingsfase of leeftijd. Het is belangrijk om als leerkracht inzicht te hebben in wat kinderen van een bepaalde leeftijd begrijpen. Zo kan je je activiteiten hieraan aanpassen.

We merken dat kinderen heel anders omgaan met verdriet en rouwen dan volwassenen. Ten eerste merken we dat kinderen in de eerste plaats bezorgd zijn om hun eigen primaire behoeften wanneer een naaste overlijdt. Ze vragen zich af wie hen vanaf nu naar de muziekschool zal brengen, wie het eten zal maken, etc. Anderzijds merken we ook dat jonge kinderen erg afhankelijk zijn van volwassenen in hun rouwproces. Wanneer ze bijvoorbeeld merken dat volwassenen hun verdriet niet uiten, zullen kinderen hun verdriet uitstellen tot ze zich veilig genoeg voelen.
Kinderen rouwen temidden van het gewone leven, in korte maar intense periodes. Ze kunnen nog niet lang met hun verdriet bezig zijn.Je kan daarom zien dat een kind het ene moment intens verdriet toont en even later weer plezier maken. Ze rouwen met onderbrekingen waardoor het rouwproces vaak verschillende jaren duurt.
We zien dat kinderen hun verdriet verwerken in hun spel. Wanneer ze een situatie naspelen, zijn ze bezig met de verwerking van hun gevoelens. Bij rouwende kinderen bemerken we ook vaak een regressie na het verlies. We zien dat kinderen kunnen terugvallen in vroeger gedrag, zoals duimzuigen, bedwateren, etc. Dit houdt voor het kind een terugkeren naar een 'veilige' periode in.

Vervolgens ben ik gaan onderzoeken wat een leerkracht allemaal kan doen wanneer zij in de klas wordt geconfronteerd met de dood. We worden als leerkracht ongetwijfeld allemaal geconfronteerd met de dood. Dat kan gaan van de dood van een diertje tot een familielid van een kleuter. De dood is immers deel van ons dagelijks leven, dus ook in de kleuterklas. Het is voor volwassenen al een moeilijk onderwerp, dus is het dat zeker voor kinderen. Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik heel veel mogelijke activiteiten en handleidingen die leerkrachten hierbij kunnen gebruiken. Het is belangrijk om de activiteiten te laten aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. We kunnen kinderen de kans geven tot creatieve expressie. Dit kan voor bepaalde kinderen een veilig manier zijn om zich te uiten. Kinderen kunnen nog niet altijd verwoorden wat ze voelen. Het kan daarbij helpen hen te laten schilderen, boetseren, muziek maken, etc. Je hoeft niet te praten maar kan toch je gevoelens uiten. Het is zeer belangrijk om kinderen te laten vertellen wat ze gedaan hebben. We moeten ons hierbij ervoor hoeden dat kinderen zelf vertellen en we er niet zelf, als volwassenen, een betekenis aan koppelen.

Daarnaast vond ik ook heel wat prentenboeken rond sterven, rouwen en verdriet die erg geschikt zijn voor de kleuterklas. Er zijn prentenboeken op de markt voor de verschillende kleuterleeftijden. Bijvoorbeeld: "Lieve oma Pluis" voor de jongste kleuters en 'Kikker en het vogeltje" voor de oudste kleuters. We kunnen er als leerkracht ook voor kiezen om te werken met een foto of doodsprentje in de kring. We kunnen kleuters stil laten worden rond een kaarsje. Ook bestaan er heel wat mooie liederen en gebeden  om moeilijkere boodschappen duidelijker te maken. Kleuters voelen zich verbonden en veilig door samen liederen te zingen of een gebed te zeggen. We kunnen daarbij ook gebruik maken van de handleidingen TOV of Tuin van Heden. We moeten bij het kiezen van gebeden en liederen zorgen dat deze goed aansluiten bij de leefwereld van de kleuters. Ook kunnen we met kleuters 'filosoferen' rond het onderwerp 'dood gaan'.

Ik vond ook nog enkele andere handleidingen waar scholen gebruik van kunnen maken bij een overlijden in de school. We kunnen werken met de Axenroos, waar we dan dieper ingaan op de schildpad en zijn karakteristieken. We kunnen ook werken met 'Een wereld vol troost'. Deze koffer bevat allerlei materialen rond de dood, namelijk gedichten, verhalen, poppen, prentenboeken, etc. De koffer bevat materialen rond vijftien verschillende verliessituaties. De koffer is ideaal om in de klas te hebben en te gebruiken wanneer er zich onverwachts een rouwsituatie voordoet. De koffer kan gebruikt worden om het onderwerp bespreekbaar te maken.

Er zijn oneindig veel mogelijkheden om kleuters te ondersteunen bij rouw en verdriet, maar het allerbelangrijkste is dat we eerlijk en oprecht zijn tegen de kleuters. We moeten ons eigen verdriet durven tonen en open staan voor hun verdriet.
Het is belangrijk om ons te realiseren dat wij zelf de waarheid over de dood niet kennen: elke gedachte kan waar zijn. Dit moeten we overbrengen op kinderen en hun ideeën niet zomaar afwimpelen, maar hen laten vertellen, tekenen, boetseren, etc. Er zijn voor hen, zodat ze weten dat ze altijd bij hun leerkrachten terecht kunnen.


Tot slot onderzocht ik ook kort hoe er in enkele godsdiensten wordt omgegaan met dood en rouwen. Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om hiervan als leerkracht op de hoogte te zijn want we leven de dag van vandaag in multiculturele klassen. We moeten kleuters helpen te begrijpen om zo hun angsten weg te nemen. Dit kunnen we alleen doen wanneer we zelf op de hoogte zijn van gebruiken en rituelen. Ik zou daarom graag aan iedereen die in contact komt met kinderen de tip willen geven om zich goed te informeren over gebruiken en rituelen van de verschillende godsdiensten rond rouwen en verdriet. Zo kan je kleuters voor de volle honderd percent ondersteunen in hun groeiproces.

Het belangrijkste wat ik aan leerkrachten wil meegeven is: vermijd het onderwerp 'dood gaan' niet. Het is vaak voor jezelf als leerkracht zelf geen gemakkelijk onderwerp, maar kleuters hebben je ondersteuning nodig. Wees echt en authentiek tegenover de kleuters. Durf je eigen gevoelens te tonen want kleuters hebben dit nodig om hun gevoelens te kunnen uiten en te plaatsen. Het is ook belangrijk om als leerkracht voor ogen te houden dat je er niet alleen voorstaat. Durf daarom hulp te vragen aan collega's directie, CLB-medewerkers, etc.

Bedankt om mijn brief te lezen,

Evelien Moldenaers
Studente tweede jaar kleuteronderwijs
KHLeuven





STAP 5: Hoe wordt er gerouwd in verschillende godsdiensten? Hoe zien zij het rouwproces van kinderen?

Wanneer we kijken naar het Rooms-katholieke geloof, zien we dat zij op een andere manier met de dood omgaan dan het Jodendom of de Islam. Bij het katholieke geloof zien we dat er geen voorschriften geleden voor het aankleden van de overledenen. Bij dit geloof wordt de overledene opgeborgen in een rouwcentrum. Hier kunnen nabestaanden een laatste groet brengen aan de overledene. De tijdstippen waarop dit mogelijk is worden in een rouwbrief of dag- of streekblad geschreven. De overleden persoon wordt meestal opgeborgen in eigen kledij. Kinderen mogen nu in dit geloof mee een laatste groet gaan brengen. Vroeger was dit niet het geval. Kinderen kunnen dan een zelfgemaakte tekening, gedicht, etc. bij de kist leggen.

Bij het katholicisme begint de uitvaart met een dodenmis, ook wel uitvaart- of rouwmis genoemd. Er wordt tijdens deze mis afscheid genomen van de persoon en aan Gods barmhartigheid aanbevolen.
Wanneer kinderen sterven vindt er een engelenmis plaats, want zij hebben nog niet gezondigd en kunnen dus rechtstreeks naar de hemel. Tijdens deze mis vinden enkele rituelen plaats (zoals bijvoorbeeld kist wordt de kerk uitgedragen, etc. Tijdens deze mis is er plaats voor een persoonlijke inbreng van de nabestaanden, bijvoorbeeld een gedicht, etc. Door het groeiend tekort aan priesters en een afnemende belangstelling voor eucharistieviering zien we nu geregeld nieuwe kerkelijke uitvaartdiensten ontstaan, bijvoorbeeld in een aula of crematorium.

Katholieken worden begraven in gewijde grond. Wanneer de kist aankomt op de begraafplaats wordt deze gezegd met wijwater. Iedereen gaat rond de kist staan en de priester zegt een korte bijbeltekst Daarna gooit de priester een schepje aarde of zand op de kist als teken van de aarde waaruit de mens is opgebouwd. Daarna gooien de aanwezigen ook een schepje zand of aarde of bloemblaadjes op de kist. Na de begrafenis vindt vaak een koffietafel plaats.

We zien dat nabestaanden bij het katholicisme soms een herdenkingsmis organiseren na verloop van tijd. Daarnaast zien we dat doden jaarlijks herdacht worden op 2 november. Op Allerzielen gaan mensen naar het kerkhof en verzorgen de grafen en urnen extra.

Bij het Jodendom zien we dat wanneer de dood bijna daar is de stervende zijn schulden moet bekennen. Als hij daar niet toe in staat is, doen de aanwezigen dit voor hem.
Wanneer een persoon sterft wordt hij onmiddellijk met een laken afgedekt. Dit wordt gedaan omdat joden dit beschouwen als aantasting van de geestelijke integriteit, want de dode kan hier zelf niet meer over beslissen.

Eerstelijns familieleden zijn bij een verlijden vrijgesteld van enkele religieuze en sociale plichten. Het afleggen van een dode wordt om deze reden door een begrafenisgenootschap gedaan en niet door de familie. Het is daarbij wel belangrijk dat dit begrafenisgenootschap van hetzelfde geslacht is als de overleden persoon.
Een rituele wassing is bij de joden verplicht want het stoffelijk overschot wordt als onrein gezien. De dode wordt door het overgieten van de voorgeschreven hoeveelheid water en het zeggen van de bijbeltekst gereinigd van zonden.

Na de dood is iedereen gelijk voor het jodendom. Daarom wordt een overleden persoon in een eenvoudige en onbewerkte kist gelegd. Een joodse uitvaartplechtigheid wordt gekenmerkt door een grote soberheid. Het verloopt steeds volgens vaste rituelen. Rouwkransen en grafbloemen zijn om die reden niet toegelaten. Ze worden gezien als een overbodig uiterlijk vertoon waar de overledene niets aan heeft. Wanneer de mannen de kist in de grond hebben laten zakken, worden er enkele scheppen aarde op de kist gegooid. Dit is een verwijzing naar de aarde waaruit iedereen afkomstig is en het beloofde land.

Zolang de overledene boven de aarde is, moet alle aandacht naar hem gaan. Eénmaal dat de persoon begraven is, mag de familie gecondoleerd worden. Na de begrafenis moet de familie zich aan enkele voorgelegde gebruiken houden. Ze moeten bijvoorbeeld de eerste zeven dagen 'sjiwwe zitten' in het huis van de overleden persoon. Ze mogen het huis dan niet verlaten en moeten zich aan vaste regels houden. De hedendaagse levenswijze van joden in Nederland en België heeft ervoor gezorgd dat veel voorschriften en rituelen van verschillende rouwfasen niet meer worden nageleefd.
Overleden familieleden worden worden door veel joden jaarlijks herdacht op hun sterfdag.

Bij joden mogen kinderen aanwezig zijn bij de begrafenisplechtigheid. Vrouwen mogen ook aanwezig zijn bij deze plechtigheid, maar bij orthodoxe joden moeten zij zich apart opstellen in de synagoge. Deze scheiding is er niet bij liberale joden.

Bij de Islam wordt het lijden tijdens de sterffase gezien als een reiniging. De persoon wordt met zijn gezicht naar Mekka gelegd en spreekt nog een laatste keer zijn geloof in Allah uit. Als de stervende persoon die niet meer kan, wordt dit door een familielid of imam gedaan.

Ook bij moslims wordt het lichaam van de overledene gezien als onrein. Het moet gereinigd worden om voor Allah te kunnen verschijnen. Daarom is een rituele wassing verplicht. Ook hier mag deze alleen worden uitgevoerd door een persoon van hetzelfde geslacht. In tegenstelling tot bij het jodendom wordt het hier gezien als een taak van de naaste bloedverwanten. Maar we zien dat dit niet altijd zo wordt uitgevoerd. Soms laat men dit ook uitvoeren door vrijwilligers of beroepswassers om emoties en schaamte te vermijden.

Ook hier komt na de dood een einde aan sociale statussen. Iedereen is na de dood gelijk. Daarom worden moslims na de wassing gewikkeld in een eenvoudige lijkwade, bestaande uit een aantal voorgeschreven doeken wit katoen die niet genaaid mogen worden.
Nadat de overleden persoon in de kist is gelegd, vind het rituele dodengebed plaats. Hier zijn vrouwen in de meeste kringen niet welkom. Ze zijn in de meeste kringen ook niet welkom op de begrafenis.

Crematie is strikt verboden bij de moslims. Het lichaam moet in ongeschonden staat begraven worden en liefst zo snel mogelijk. Dit heeft te maken met de wederopstandingsgedachte, net zoals bij de orthodoxe joden.
Heel wat moslims, vooral Turken en Marokkanen, kiezen er nog voor om familieleden te begraven in het moederland. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat men terug zou keren en daarom overleden familieleden niet achterlaten in het vreemde land.

Volgens de islam mag de rouwtijd drie dagen duren. Tijdens deze dagen heeft men de kans familieleden te troosten en te condoleren. Na deze drie dagen is dit ongepast want men wil familieleden niet blijven herinneren aan het verlies. Moslims dienen te aanvaarden dat het de wil van Allah is. Daarom mag er niet te lang worden gerouwd. In de praktijk zien wat vaak dat deze dagen worden verlengd tot veertig dagen.

We zien veel verschillen tussen de manieren waarop verschillende godsdiensten omgaan met de dood en rouwen. Er gelden andere rituelen en tradities. Maar anderzijds zien we ook enkele gebruiken terugkomen bij verschillende godsdiensten, zoals bijvoorbeeld de scheppen aarde op de kist gooien bij de begrafenis.


Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om als leerkracht op de hoogte te zijn van rituelen en denkwijzen uit verschillende culturen want we worden in onze klassen geconfronteerd met een grote culturele diversiteit. Leerkrachten hebben een belangrijke taak, namelijk het verklaren van symbolen en gedrag. Wanneer kinderen in onze klas vragen stellen, reacties tonen, etc. moeten we hier op een correcte manier mee kunnen omgaan. Leerkrachten mogen ook geen vooroordelen hebben. Wanneer iets voor ons onbekend is gaan we gemakkelijker vooroordelen ontwikkelen. We moeten ons als leerkracht dus gaan verdiepen in literatuur om zo op de hoogte te zijn van gebruiken in verschillende culturen. Wanneer kinderen geconfronteerd worden met een sterfgeval hebben zijn volwassenen nodig om hun verdriet te uiten. We zien ook dat we als leerkracht een grote rol kunnen spelen in het laten begrijpen van wat er gebeurd voor kinderen. Wanneer we kinderen uitleg kunnen geven, nemen we hun angsten gedeeltelijk weg. Ook leerkrachten zijn hierbij erg belangrijk. Het is ook belangrijk dat deze kleuters begrijpen wat er gebeurd bij een sterfgeval. Als wij niets afweten van de gebruiken van een andere cultuur kunnen we hier moeilijk onze rol opnemen.