zondag 25 mei 2014

STAP 5: Hoe wordt er gerouwd in verschillende godsdiensten? Hoe zien zij het rouwproces van kinderen?

Wanneer we kijken naar het Rooms-katholieke geloof, zien we dat zij op een andere manier met de dood omgaan dan het Jodendom of de Islam. Bij het katholieke geloof zien we dat er geen voorschriften geleden voor het aankleden van de overledenen. Bij dit geloof wordt de overledene opgeborgen in een rouwcentrum. Hier kunnen nabestaanden een laatste groet brengen aan de overledene. De tijdstippen waarop dit mogelijk is worden in een rouwbrief of dag- of streekblad geschreven. De overleden persoon wordt meestal opgeborgen in eigen kledij. Kinderen mogen nu in dit geloof mee een laatste groet gaan brengen. Vroeger was dit niet het geval. Kinderen kunnen dan een zelfgemaakte tekening, gedicht, etc. bij de kist leggen.

Bij het katholicisme begint de uitvaart met een dodenmis, ook wel uitvaart- of rouwmis genoemd. Er wordt tijdens deze mis afscheid genomen van de persoon en aan Gods barmhartigheid aanbevolen.
Wanneer kinderen sterven vindt er een engelenmis plaats, want zij hebben nog niet gezondigd en kunnen dus rechtstreeks naar de hemel. Tijdens deze mis vinden enkele rituelen plaats (zoals bijvoorbeeld kist wordt de kerk uitgedragen, etc. Tijdens deze mis is er plaats voor een persoonlijke inbreng van de nabestaanden, bijvoorbeeld een gedicht, etc. Door het groeiend tekort aan priesters en een afnemende belangstelling voor eucharistieviering zien we nu geregeld nieuwe kerkelijke uitvaartdiensten ontstaan, bijvoorbeeld in een aula of crematorium.

Katholieken worden begraven in gewijde grond. Wanneer de kist aankomt op de begraafplaats wordt deze gezegd met wijwater. Iedereen gaat rond de kist staan en de priester zegt een korte bijbeltekst Daarna gooit de priester een schepje aarde of zand op de kist als teken van de aarde waaruit de mens is opgebouwd. Daarna gooien de aanwezigen ook een schepje zand of aarde of bloemblaadjes op de kist. Na de begrafenis vindt vaak een koffietafel plaats.

We zien dat nabestaanden bij het katholicisme soms een herdenkingsmis organiseren na verloop van tijd. Daarnaast zien we dat doden jaarlijks herdacht worden op 2 november. Op Allerzielen gaan mensen naar het kerkhof en verzorgen de grafen en urnen extra.

Bij het Jodendom zien we dat wanneer de dood bijna daar is de stervende zijn schulden moet bekennen. Als hij daar niet toe in staat is, doen de aanwezigen dit voor hem.
Wanneer een persoon sterft wordt hij onmiddellijk met een laken afgedekt. Dit wordt gedaan omdat joden dit beschouwen als aantasting van de geestelijke integriteit, want de dode kan hier zelf niet meer over beslissen.

Eerstelijns familieleden zijn bij een verlijden vrijgesteld van enkele religieuze en sociale plichten. Het afleggen van een dode wordt om deze reden door een begrafenisgenootschap gedaan en niet door de familie. Het is daarbij wel belangrijk dat dit begrafenisgenootschap van hetzelfde geslacht is als de overleden persoon.
Een rituele wassing is bij de joden verplicht want het stoffelijk overschot wordt als onrein gezien. De dode wordt door het overgieten van de voorgeschreven hoeveelheid water en het zeggen van de bijbeltekst gereinigd van zonden.

Na de dood is iedereen gelijk voor het jodendom. Daarom wordt een overleden persoon in een eenvoudige en onbewerkte kist gelegd. Een joodse uitvaartplechtigheid wordt gekenmerkt door een grote soberheid. Het verloopt steeds volgens vaste rituelen. Rouwkransen en grafbloemen zijn om die reden niet toegelaten. Ze worden gezien als een overbodig uiterlijk vertoon waar de overledene niets aan heeft. Wanneer de mannen de kist in de grond hebben laten zakken, worden er enkele scheppen aarde op de kist gegooid. Dit is een verwijzing naar de aarde waaruit iedereen afkomstig is en het beloofde land.

Zolang de overledene boven de aarde is, moet alle aandacht naar hem gaan. EƩnmaal dat de persoon begraven is, mag de familie gecondoleerd worden. Na de begrafenis moet de familie zich aan enkele voorgelegde gebruiken houden. Ze moeten bijvoorbeeld de eerste zeven dagen 'sjiwwe zitten' in het huis van de overleden persoon. Ze mogen het huis dan niet verlaten en moeten zich aan vaste regels houden. De hedendaagse levenswijze van joden in Nederland en Belgiƫ heeft ervoor gezorgd dat veel voorschriften en rituelen van verschillende rouwfasen niet meer worden nageleefd.
Overleden familieleden worden worden door veel joden jaarlijks herdacht op hun sterfdag.

Bij joden mogen kinderen aanwezig zijn bij de begrafenisplechtigheid. Vrouwen mogen ook aanwezig zijn bij deze plechtigheid, maar bij orthodoxe joden moeten zij zich apart opstellen in de synagoge. Deze scheiding is er niet bij liberale joden.

Bij de Islam wordt het lijden tijdens de sterffase gezien als een reiniging. De persoon wordt met zijn gezicht naar Mekka gelegd en spreekt nog een laatste keer zijn geloof in Allah uit. Als de stervende persoon die niet meer kan, wordt dit door een familielid of imam gedaan.

Ook bij moslims wordt het lichaam van de overledene gezien als onrein. Het moet gereinigd worden om voor Allah te kunnen verschijnen. Daarom is een rituele wassing verplicht. Ook hier mag deze alleen worden uitgevoerd door een persoon van hetzelfde geslacht. In tegenstelling tot bij het jodendom wordt het hier gezien als een taak van de naaste bloedverwanten. Maar we zien dat dit niet altijd zo wordt uitgevoerd. Soms laat men dit ook uitvoeren door vrijwilligers of beroepswassers om emoties en schaamte te vermijden.

Ook hier komt na de dood een einde aan sociale statussen. Iedereen is na de dood gelijk. Daarom worden moslims na de wassing gewikkeld in een eenvoudige lijkwade, bestaande uit een aantal voorgeschreven doeken wit katoen die niet genaaid mogen worden.
Nadat de overleden persoon in de kist is gelegd, vind het rituele dodengebed plaats. Hier zijn vrouwen in de meeste kringen niet welkom. Ze zijn in de meeste kringen ook niet welkom op de begrafenis.

Crematie is strikt verboden bij de moslims. Het lichaam moet in ongeschonden staat begraven worden en liefst zo snel mogelijk. Dit heeft te maken met de wederopstandingsgedachte, net zoals bij de orthodoxe joden.
Heel wat moslims, vooral Turken en Marokkanen, kiezen er nog voor om familieleden te begraven in het moederland. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat men terug zou keren en daarom overleden familieleden niet achterlaten in het vreemde land.

Volgens de islam mag de rouwtijd drie dagen duren. Tijdens deze dagen heeft men de kans familieleden te troosten en te condoleren. Na deze drie dagen is dit ongepast want men wil familieleden niet blijven herinneren aan het verlies. Moslims dienen te aanvaarden dat het de wil van Allah is. Daarom mag er niet te lang worden gerouwd. In de praktijk zien wat vaak dat deze dagen worden verlengd tot veertig dagen.

We zien veel verschillen tussen de manieren waarop verschillende godsdiensten omgaan met de dood en rouwen. Er gelden andere rituelen en tradities. Maar anderzijds zien we ook enkele gebruiken terugkomen bij verschillende godsdiensten, zoals bijvoorbeeld de scheppen aarde op de kist gooien bij de begrafenis.


Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om als leerkracht op de hoogte te zijn van rituelen en denkwijzen uit verschillende culturen want we worden in onze klassen geconfronteerd met een grote culturele diversiteit. Leerkrachten hebben een belangrijke taak, namelijk het verklaren van symbolen en gedrag. Wanneer kinderen in onze klas vragen stellen, reacties tonen, etc. moeten we hier op een correcte manier mee kunnen omgaan. Leerkrachten mogen ook geen vooroordelen hebben. Wanneer iets voor ons onbekend is gaan we gemakkelijker vooroordelen ontwikkelen. We moeten ons als leerkracht dus gaan verdiepen in literatuur om zo op de hoogte te zijn van gebruiken in verschillende culturen. Wanneer kinderen geconfronteerd worden met een sterfgeval hebben zijn volwassenen nodig om hun verdriet te uiten. We zien ook dat we als leerkracht een grote rol kunnen spelen in het laten begrijpen van wat er gebeurd voor kinderen. Wanneer we kinderen uitleg kunnen geven, nemen we hun angsten gedeeltelijk weg. Ook leerkrachten zijn hierbij erg belangrijk. Het is ook belangrijk dat deze kleuters begrijpen wat er gebeurd bij een sterfgeval. Als wij niets afweten van de gebruiken van een andere cultuur kunnen we hier moeilijk onze rol opnemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten