zondag 25 mei 2014

STAP 6: Lezersbrief Klasse

Beste lezers,

Ik ben Evelien Moldenaers, een studente van het tweede jaar bachelor kleuteronderwijs aan de KHLeuven. Voor het vak Relgie, Zingeving en Levensbeschouwing kreeg ik de opdracht om een onderzoek doen rond een thema dat een link heeft met onderwijs en religie. Ik koos voor het onderwerp 'dood en rouwen'. Dit onderwerp vind ik zelf een belangrijk thema in het onderwijs. Wanneer ik zelf in het zesde leerjaar zat, stierf er in onze school onverwachts een kleuter bij een ongeluk. Deze gebeurtenis heeft mijn leven sterk gekleurd. Ik ben sindsdien erg geïnteresseerd in hoe kleuters rouwen en hoe een school best kan omgaan met dergelijke ernstige gebeurtenis. Dit verklaart mijn keuze voor het thema 'kleuters en rouwen'.

Toen ik in de lagere school zat, ging ik tijdens de middag- en naschoolse opvang helpen. Ik kende de meeste kleuters goed. Marieke was één van deze kleuters. Ze was 4 jaar en ging tijdens het Pinksterweekend met haar papa naar de Ardennen. Ze kwam helaas nooit meer terug naar school. Ze overleed samen met haar papa in het auto-ongeval. De school ondernam heel wat initiatieven om het verdriet en de pijn van de kinderen en leerkrachten te verzachten. Er werden kringgesprekken gehouden, geknutseld, etc. Er werd daarnaast ook met de rouwkoffer gewerkt. Deze kocht de school toen aan.  Ik herinner me deze periode alsof het gisteren was. Het was een zeer zware tijd maar een periode waarin ik veel heb geleerd. Ik heb nog steeds contact met de mama van Marieke. Zij is voor mij een heel bijzonder iemand. Elk jaar herdenken we Marieke samen op haar verjaardag.


Voor mijn onderzoek leek het mij goed om eerst te onderzoeken hoe jonge kinderen rouwen. Jonge kinderen denken vaak heel concreet over de dood. Ze hebben het moeilijk met het definitieve karakter van de dood. Vaak denken ze dat de overleden persoon toch nog zal terugkomen. Dit heeft te maken met het beperkte tijdsbesef van jonge kinderen. Daarmee hangt samen dat kleuters de dood vaak als omkeerbaar zien. We zien deze gedachten terugkomen in hun spelletjes, waarin uitspraken als 'nu ben je terug levend' voorkomen. Kinderen hebben het ook moeilijk om te begrijpen dat levensfuncties ophouden, zoals bijvoorbeeld: eten, drinken, bad nemen, etc. Dit zijn voor kleuters momenten in de dag die hen veiligheid geven omdat ze telkens terugkomen. Doordat kinderen vaak nog niet alles begrijpen, zien we dat ze deze aspecten gaan opvullen met zaken uit hun eigen ideeën of fantasieën. Omdat kinderen nog geen verbanden kunnen leggen en hun magisch denken zulke sprongen toelaat, kunnen soms schuldgevoelens ontstaan.
We zien dat de manier waarop kinderen rouwen een weerspiegeling is van hun eigen ontwikkelingsfase of leeftijd. Het is belangrijk om als leerkracht inzicht te hebben in wat kinderen van een bepaalde leeftijd begrijpen. Zo kan je je activiteiten hieraan aanpassen.

We merken dat kinderen heel anders omgaan met verdriet en rouwen dan volwassenen. Ten eerste merken we dat kinderen in de eerste plaats bezorgd zijn om hun eigen primaire behoeften wanneer een naaste overlijdt. Ze vragen zich af wie hen vanaf nu naar de muziekschool zal brengen, wie het eten zal maken, etc. Anderzijds merken we ook dat jonge kinderen erg afhankelijk zijn van volwassenen in hun rouwproces. Wanneer ze bijvoorbeeld merken dat volwassenen hun verdriet niet uiten, zullen kinderen hun verdriet uitstellen tot ze zich veilig genoeg voelen.
Kinderen rouwen temidden van het gewone leven, in korte maar intense periodes. Ze kunnen nog niet lang met hun verdriet bezig zijn.Je kan daarom zien dat een kind het ene moment intens verdriet toont en even later weer plezier maken. Ze rouwen met onderbrekingen waardoor het rouwproces vaak verschillende jaren duurt.
We zien dat kinderen hun verdriet verwerken in hun spel. Wanneer ze een situatie naspelen, zijn ze bezig met de verwerking van hun gevoelens. Bij rouwende kinderen bemerken we ook vaak een regressie na het verlies. We zien dat kinderen kunnen terugvallen in vroeger gedrag, zoals duimzuigen, bedwateren, etc. Dit houdt voor het kind een terugkeren naar een 'veilige' periode in.

Vervolgens ben ik gaan onderzoeken wat een leerkracht allemaal kan doen wanneer zij in de klas wordt geconfronteerd met de dood. We worden als leerkracht ongetwijfeld allemaal geconfronteerd met de dood. Dat kan gaan van de dood van een diertje tot een familielid van een kleuter. De dood is immers deel van ons dagelijks leven, dus ook in de kleuterklas. Het is voor volwassenen al een moeilijk onderwerp, dus is het dat zeker voor kinderen. Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik heel veel mogelijke activiteiten en handleidingen die leerkrachten hierbij kunnen gebruiken. Het is belangrijk om de activiteiten te laten aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. We kunnen kinderen de kans geven tot creatieve expressie. Dit kan voor bepaalde kinderen een veilig manier zijn om zich te uiten. Kinderen kunnen nog niet altijd verwoorden wat ze voelen. Het kan daarbij helpen hen te laten schilderen, boetseren, muziek maken, etc. Je hoeft niet te praten maar kan toch je gevoelens uiten. Het is zeer belangrijk om kinderen te laten vertellen wat ze gedaan hebben. We moeten ons hierbij ervoor hoeden dat kinderen zelf vertellen en we er niet zelf, als volwassenen, een betekenis aan koppelen.

Daarnaast vond ik ook heel wat prentenboeken rond sterven, rouwen en verdriet die erg geschikt zijn voor de kleuterklas. Er zijn prentenboeken op de markt voor de verschillende kleuterleeftijden. Bijvoorbeeld: "Lieve oma Pluis" voor de jongste kleuters en 'Kikker en het vogeltje" voor de oudste kleuters. We kunnen er als leerkracht ook voor kiezen om te werken met een foto of doodsprentje in de kring. We kunnen kleuters stil laten worden rond een kaarsje. Ook bestaan er heel wat mooie liederen en gebeden  om moeilijkere boodschappen duidelijker te maken. Kleuters voelen zich verbonden en veilig door samen liederen te zingen of een gebed te zeggen. We kunnen daarbij ook gebruik maken van de handleidingen TOV of Tuin van Heden. We moeten bij het kiezen van gebeden en liederen zorgen dat deze goed aansluiten bij de leefwereld van de kleuters. Ook kunnen we met kleuters 'filosoferen' rond het onderwerp 'dood gaan'.

Ik vond ook nog enkele andere handleidingen waar scholen gebruik van kunnen maken bij een overlijden in de school. We kunnen werken met de Axenroos, waar we dan dieper ingaan op de schildpad en zijn karakteristieken. We kunnen ook werken met 'Een wereld vol troost'. Deze koffer bevat allerlei materialen rond de dood, namelijk gedichten, verhalen, poppen, prentenboeken, etc. De koffer bevat materialen rond vijftien verschillende verliessituaties. De koffer is ideaal om in de klas te hebben en te gebruiken wanneer er zich onverwachts een rouwsituatie voordoet. De koffer kan gebruikt worden om het onderwerp bespreekbaar te maken.

Er zijn oneindig veel mogelijkheden om kleuters te ondersteunen bij rouw en verdriet, maar het allerbelangrijkste is dat we eerlijk en oprecht zijn tegen de kleuters. We moeten ons eigen verdriet durven tonen en open staan voor hun verdriet.
Het is belangrijk om ons te realiseren dat wij zelf de waarheid over de dood niet kennen: elke gedachte kan waar zijn. Dit moeten we overbrengen op kinderen en hun ideeën niet zomaar afwimpelen, maar hen laten vertellen, tekenen, boetseren, etc. Er zijn voor hen, zodat ze weten dat ze altijd bij hun leerkrachten terecht kunnen.


Tot slot onderzocht ik ook kort hoe er in enkele godsdiensten wordt omgegaan met dood en rouwen. Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om hiervan als leerkracht op de hoogte te zijn want we leven de dag van vandaag in multiculturele klassen. We moeten kleuters helpen te begrijpen om zo hun angsten weg te nemen. Dit kunnen we alleen doen wanneer we zelf op de hoogte zijn van gebruiken en rituelen. Ik zou daarom graag aan iedereen die in contact komt met kinderen de tip willen geven om zich goed te informeren over gebruiken en rituelen van de verschillende godsdiensten rond rouwen en verdriet. Zo kan je kleuters voor de volle honderd percent ondersteunen in hun groeiproces.

Het belangrijkste wat ik aan leerkrachten wil meegeven is: vermijd het onderwerp 'dood gaan' niet. Het is vaak voor jezelf als leerkracht zelf geen gemakkelijk onderwerp, maar kleuters hebben je ondersteuning nodig. Wees echt en authentiek tegenover de kleuters. Durf je eigen gevoelens te tonen want kleuters hebben dit nodig om hun gevoelens te kunnen uiten en te plaatsen. Het is ook belangrijk om als leerkracht voor ogen te houden dat je er niet alleen voorstaat. Durf daarom hulp te vragen aan collega's directie, CLB-medewerkers, etc.

Bedankt om mijn brief te lezen,

Evelien Moldenaers
Studente tweede jaar kleuteronderwijs
KHLeuven





Geen opmerkingen:

Een reactie posten