vrijdag 21 maart 2014

STAP 1: Motivatie voor de keuze van mijn onderwerp

Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat het me altijd sterk heeft bezig gehouden. Ik heb het zelf van heel dichtbij meegemaakt.
Wanneer ik zelf in het zesde leerjaar zat, ging ik geregeld bij de middagmaaltijden en tijdens de naschoolse opvang helpen bij de kleuters.
Ik kende de meeste kleuters erg goed. En zo was het ook bij Marieke.
Een kleuter die altijd lachte, plezier maakte en zo graag hielp waar ze kon.
Elke ochtend liep ze met haar mama over de speelplaats van de lagere school. Ze woonde achter de school.  We zwaaiden elke ochtend naar elkaar.
Tot op een bepaalde dag… Ik zag Marieke en haar mama die ochtend niet.
In de naschoolse opvang vroeg ik of ze misschien ziek was.
De juf van de opvang vertelde me dat ze in het verlengde weekend verongelukt was.
Dat was een enorme shock.
Hoe kon dat nu? Zo een klein meisje met nog een heel leven voor zich.
Het was een erg zware periode voor mij.
Ik maakte een sterk verdriet mee in de school.
Ik heb nog steeds contact met de mama van Marieke en ga nog geregeld naar ‘haar tuintje’ (haar graf).
Na tien jaar is het verdriet om haar niet minder.
Het is voor mij heel belangrijk dat we haar ‘levend’ houden door over haar te praten en foto’s te bekijken.
Ik ben ervan overtuigd dat dit heel belangrijk is.



Daarnaast ben ik van mening dat het in onze maatschappij teveel voorkomt dat kinderen worden afgeschermd van rouwen. Ze worden er niet altijd serieus in genomen en dat vind ik jammer. Ik denk dat kinderen die hiermee geconfronteerd worden net heel goed moeten gesteund worden en niet afgeschermd. In mijn startartikel staat ook dat dit erg belangrijk is in het rouwproces van kinderen.

Ik besef ook dat een belangrijke rol weggelegd is voor de juffen en meesters van de kinderen in dit rouwproces. Wanneer er in een gezin een verlies plaats vindt, voelt het kind er zich opeens niet meer veilig. De dingen lopen niet meer zoals normaal. Kleuters hebben basisveiligheid nodig om hun verdriet toe te laten. Deze veiligheid kan even zoek zijn in de gezinssituatie. Dan speelt de klassituatie een belangrijke rol. Dit blijft voor kinderen een veilige plaats, daar zijn de dingen gebleven zoals voordien. Kleuters kunnen dan daar wel voldoende veiligheid vinden om hun rouwproces toe te laten. Kleuterjuffen en –meesters spelen op dat moment een grote rol. Ze moeten actief luisteren naar kleuters en hun verdriet toelaten. Dit wordt beaamd in mijn startartikel. Daarom vind ik het erg belangrijk dat juffen en meester ‘voorbereid’ zijn wanneer ze hiermee geconfronteerd worden. Ik ben ervan overtuigd dat je voor zulke situaties geen pasklaar plan kan schrijven maar het is volgens mij wel goed dat leerkrachten meer weet over hoe kleuters rouwen, zodat ze gepast kunnen reageren als de situatie zich voordoet.


Omdat het op elk moment kan gebeuren in de kleuterklas, wil ik er meer over te weten komen. Zout het ooit gebeuren in mijn klas, dan hoop ik er toch een beetje op voorbereid te zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten